Zoeken

Tamme rat
Artikelen in deze categorie
Algemeen

Nederlandse naam; tamme rat, kleurrat.
Latijnse naam; Rattus norvegicus
Kop-romplengte; 22-27 cm.
Staartlengte; 18-22 cm.
Gewicht; 250-700 gram.
Gemiddelde leeftijd; ½ jaar (wild), 2-3 jaar (gevangenschap)
Levenswijze; groepsdier, schemer- en nachtactief.
Verspreiding; oorspronkelijk Eurazië later door de mens over de hele wereld verspreidt.

 

De tamme rat is een afstammeling van de bruine rat (Rattus norvegicus), de grootste in ons land voorkomende wilde rat. De bruine rat is waarschijnlijk afkomstig uit Centraal Azië. Oorspronkelijk hebben ze in holen in de grond geleefd. In Nederland leven ze buiten in vochtige plaatsen of in gebouwen. De rat heeft zich vooral in steden en vlakbij de mens gevestigd omdat daar allerlei voedsel (in afval) gemakkelijk voorhanden is. Als de mens niet voor riolen, rommelzolders, slachthuizen, opslagplaatsen e.d. had gezorgd, zou de rat een even onopvallend bestaan leiden als bijvoorbeeld de eekhoorn. Veel mensen verwarren de wilde bruine rat met de bever-, muskus- of woelrat. Denkt men een rat ter grootte van een kat gezien te hebben, dan is het waarschijnlijk een muskusrat geweest.
Een andere wilde rat, de zwarte rat (Rattus rattus), onderscheidt zich van de bruine rat door een spitsere snuit, langere staart en grotere oren. Waarschijnlijk leeft de zwarte rat al langer in Europa dan de bruine rat. Al in de 14e eeuw was hij zeer wijdverbreid in Europa, vermoedelijk afkomstig uit Zuid-Oostazië.
De wilde zwarte rat was berucht als de pestrat. Behalve de rat kunnen maar liefst 230 andere diersoorten (vooral knaagdieren) de pest overbrengen. Oorspronkelijk heeft de zwarte rat in bomen geleefd en genesteld (in warmere klimaten gebeurt dat nog steeds). In Nederland leeft hij in droge ruimtes, bijvoorbeeld op zolders. Momenteel is de zwarte rat in ons land steeds zeldzamer aan het worden.


Een rat is een knaagdier en behoort, evenals de muis, tot de ondersoort Muridae. Deze knagers hebben, zoals alle knaagdieren, in de boven- en onderkaak twee snijtanden die door blijven groeien en door knagen af moeten slijten. Achter de snijtanden volgt een lege ruimte met daarna aan weerszijde drie kiezen. Ze hebben een gespleten bovenlip.
Een rat heeft aan z'n voorpoten vier en aan z'n achterpoten vijf tenen.

 

De rat is in hoge mate door ons veranderd en gevormd. De albinovorm van de bruine rat werd aan het eind van de vorige eeuw zeer populair als proef- en vermaakdier. Mensen begonnen afwijkend gekleurde ratten in huis te nemen en kwamen erachter hoe vriendelijk en prettig deze als gezelschapsdieren zijn. Na lang doorfokken met deze dieren ontstonden de vele kleurvariaties die we nu onder de tamme ratten kennen, voorbeelden zijn o.a. albino, agouti (=wildkleur), crème, zwart of Japans (gekleurde kop en streep tot aan de staart, wit lijf).
's Middags slapen ratten meestal. Verder passen ze vaak hun activiteiten aan aan de omstandigheden en het leefritme van de persoon of personen in hun omgeving.
Albino's kunnen niet erg goed zien. Zicht is sowieso niet de sterkste kant van ratten, hun reuk en gehoor zijn veel beter. Ook kunnen ratten met rode ogen (albino's, gele en siamezen) nogal eens zwaaien met hun kop vanwege hun slechte zicht; ze wiegen heen en weer. Dit doen ze om hun omgeving goed in te schatten.
Mannetjes kunnen soms sporen trekken door kleine druppeltjes urine achter te laten. Dit doen ze meestal als er vrouwtjes in de buurt zijn of in geval van dominant gedrag.
Tamme ratten staan bekend om hun aanhankelijkheid en hun trouw. Als een tamme rat goed tam is zit hij graag op de schouder of ligt te slapen in de mouw van een trui.

 

Ratten zijn groepsdieren en hebben een ingewikkeld communicatiesysteem ontwikkeld om elkaar te kunnen begrijpen. Hun taal bestaat uit houding, geur en geluid. De houdingen zijn soms subtiel maar voor mensen wel te herkennen. Veel geuren (o.a. feromonen) en geluiden (hoogfrequent) zijn niet waarneembaar door onze menselijke zintuigen. Om ze beter te leren begrijpen volgt hieronder een aantal wel waarneembare zaken.

 

  • Bolzitten: veel knaagdieren kennen deze houding, het is een overspronggedraging, ze weten zich even geen houding te geven. Vaak gaat deze houding over in het driftig poetsen van de vacht.
  • Languit liggen: plat op de buik met de kop naar voren op een lekker plekje, een ontspannen rat op zijn gemak.
  • Oogploppen: de rat maakt vreemde snelle oogbewegingen door de ogen snel in en uit zijn oogkassen te trekken. Meestal gaat dit gepaard met knarsetanden. Deze rat zit enorm te genieten (van een lekkernij of een kroel).
  • Zekeren: de rat maakt langzaam zwaaiende bewegingen met zijn kop. Dit komt veel voor bij ratten met rode ogen of ratten die slecht zien door gevolg van ziekte. Ze proberen hun omgeving goed in te schatten. Heeft de rat dit nog nooit gedaan dan kan het zijn dat er een of andere (oog)ziekte in het spel is.
  • Bedelen: vaak hangt de rat in te tralies of staat tegen de kooi op. Het is duidelijk, hij wil iets van je... een kroel of iets lekkers?
  • Egelen: de rat zet zijn vacht alle kanten op en wil duidelijk geen toenadering. Wanneer deze waarschuwing genegeerd wordt kan hij aanvallen en bijten. Een reden voor deze houding is vaak onzekerheid (bijv. een nieuwe omgeving of een vreemde soortgenoot) maar ook een rat die ziek is of zich niet lekker voelt kan gaan "egelen" in dat geval zijn meestal ook de ogen gesloten.
  • Onderkruipen: de rat kruipt onder de buik door van een soortgenoot, dit een typisch dominant gedrag al lijkt het onderdanig. Als je bedenkt dat de buik de meest kwetsbare plek is van een rat, is het niet zo vreemd dat alleen dominante ratten onder de buik van een rat mogen doorkruipen. Onderdanige ratten laten dit toe en blijven vaak nog even zitten als de dominante rat al is verdwenen.
  • Hoog op de poten lopen: de rat maakt zich groter door op de tenen te gaan lopen met een bolle rug. Hij wil indruk maken of een soortgenoot uitdagen tot een stoeipartij.
  • Opgetilde voorpoot: het lijkt of de rat een poot wil geven... Niets is minder waar, de rat weet niet goed wat er gaat gebeuren (wil mijn baasje met me knuffelen of krijg ik die vieze medicijnen of gaat mijn kooigenootje lekker met me stoeien of wil die vechten?) en is erg op zijn hoede. Vaak zal de rat zijn poot gebruiken om de ander af te weren. Voorzichtig benaderen dus, maar niet twijfelachtig of onzeker want dan wordt de rat nog meer onzeker en kan dan gaan bijten.
  • Staartslingeren: de rat gebruikt zijn staart meestal als evenwichtsorgaan maar kan er ook een aantal stemmingen mee aangeven. Veel ratten kronkelen met hun staart als ze gekroeld worden als uiting van genot. Wanneer ratten met elkaar spelen of aan het vechten zijn slingeren ze soms van opwinding met hun staart.
  • Knarsetanden: vaak wordt dit gecombineerd met oogploppen of het poetsen van de vacht, de rat voelt zich uitstekend op zijn gemak.
  • Tanden wetten of klappertanden: de rat slijpt zijn tanden en vaak is er een sissend geluid te horen. Als hij benaderd wordt gaat hij rechtop staan, klaar om een gevecht aan te gaan!
  • Hard piepen: een geluid van grote opwinding bijv. schrik, pijn maar ook tijdens het spelen met elkaar.
  • Zacht piepen: een onderdanig geluid tijdens een spel of het is te benauwd daar helemaal onderin de hangmat en wil er graag bovenop liggen.
  • Likken: een uiting van liefkozing of onderdanigheid, wanneer een rat je likt hoor je er helemaal bij.
  • Knagen: ratten knagen aan alles. Dat doen ze om hun tanden, die hun hele leven blijven doorgroeien tot op de juiste lengte af te slijten. Voor hun is dat van levensbelang, wilgentakken en hazelnoten met schil zijn geliefde knaagobjecten. Ratten hangend aan en knagend op de tralies willen maar één ding: ERUIT!!!

 

 



Terug naar boven

Gezelschap en voortplanting

Ratten hebben geen paarvorming maar leven in groepen. Het zijn sociale dieren die lichaamscontact nodig hebben. Ze spelen met elkaar en verzorgen elkaars vacht. Omdat contact met soortgenoten zo belangrijk is, is het ten zeerste aan te raden twee of meer ratten te houden. Alleen vrouwtjes of alleen mannetjes kunnen over het algemeen goed samenleven in een groep. Een goede combinatie is natuurlijk ook een gecastreerd mannetje met een vrouwtje of een gemengde groep van vrouwtjes en (gecastreerde) mannetjes. Zorg voor een ruime behuizing (voor twee ratten minimaal 80 x 50 x 80 cm met etages) met daarin de mogelijkheid dat de dieren elkaar kunnen ontwijken. Als het hok net is schoongemaakt heeft dat de voorkeur zodat er geen lucht van andere dieren aanzit. Zet de eerste uren geen voer en water in de kooi zodat dit geen strijdpunt kan worden.
Het kan een idee zijn de ratten te wassen of de ratten met een geparfumeerde hand te aaien zodat ze hun eigen geur kwijt raken zodat de soortgenoot minder vreemd ruikt.
Het is aan te raden om de kennismaking, zover dat mogelijk is, buiten het hok te laten plaatsvinden en hiermee aan het begin van de dag te beginnen zodat er de hele dag de tijd is om rustig te bekijken het goed gaat. Haal de dieren alleen uit elkaar als er daadwerkelijk tot bloedens toe gevochten wordt.
Ook al wordt er flink achter elkaar aan gezeten, is het beter om ze hun gang te laten gaan; immers de volgende dag zou er precies hetzelfde van voor af aan weer gebeuren.
Ze moeten immers hun plaats bepalen/wie is de baas?
Mocht het echt niet gaan dan hoeft de moed nog niet opgegeven te worden.
Een alternatief is om bijvoorbeeld het nieuwe dier apart te huisvesten en naast de andere kooi te zetten zodat ze elkaar kunnen zien en ruiken. Probeer het bij elkaar zetten dan na een aantal dagen nog een keer.
Twee dominante (ongecastreerde) mannetjes, zeker als ze al wat ouder zijn, kunnen problemen geven. Ratten accepteren elkaar vrij snel. Na één tot twee weken is de strijd gestreden. In het begin is het een machtsspelletje: dan mag de één niet onder het doosje kruipen, dan mag de ander het niet. Hetzelfde geldt voor het eten, drinken en het elkaar in de weg lopen. Als eenmaal bepaald is hoe de onderlinge verhouding ligt zullen de ratten elkaar steeds meer gaan opzoeken en elkaar uiteindelijk volgen en naast elkaar liggen.
Als bij een stelletje één van de twee overlijdt, kan de overgeblevene in een behoorlijke dip geraken.
Let dan goed op of het dier blijft eten en ga op zoek naar een nieuwe partner!

 

Voor het bij elkaar zetten van dieren ga ik ervan uit dat er geen jongen geboren worden.
Rekening houdend met de aard van tamme ratten en de mogelijkheid mannelijke tamme ratten te castreren, kunnen de volgende combinaties gemaakt worden:

 

  • twee of meer vrouwtjes
  • twee of meer (gecastreerde) mannetjes
  • één of meerdere gecastreerde mannetjes met één of meerdere vrouwtjes

 

De draagtijd van een tamme rat is ongeveer 21 dagen. Ze krijgen 6 à 10 jongen die ze 21 dagen zogen. Ratten zijn nestblijvers: ze worden kaal, doof en blind geboren.
Tamme ratten zijn tussen de vier en zes weken geslachtsrijp
en met zes maanden volwassen.
Een mannelijke rat kan op een leeftijd van 3-4 maanden gecastreerd worden. Een gecastreerd mannetje kan pas drie weken na de castratie bij een vrouwtje gezet worden omdat het sperma nog lang vruchtbaar is en zo ook de operatiewond goed heeft kunnen genezen.



Terug naar boven

Huisvesting en voeding

Twee ratten hebben een onderkomen van minimaal 80 x 50 x 80 cm nodig. Groter is natuurlijk alleen maar beter! Ze moeten kunnen spelen, klimmen, rennen, springen, recht opstaan en zich kunnen afzonderen. Dit kan door middel van bijvoorbeeld trapjes, etages, stenen, potten, takken en hangmatjes.
Allerlei soorten onderkomens komen in aanmerking: traliekooien, een oud aquarium of een zelfgemaakte kooi. Houd er rekening mee dat ratten knagers en knoeiers zijn.
De onderrand van de bak kan het best van glas of plastic zijn, hout wordt voornamelijk in de hoeken opgeknaagd en de urine trekt er in.
Maak de onderrand niet te laag anders gooien de ratten steeds het kooimateriaal uit de kooi. Houd rekening met de gewoonte van ratten om in de hoek van de kooi te plassen. Voor de randen en hoeken kan in een houten kooi metalen strips of plexiglas aangebracht worden om het tegen knagen te beschermen.


Plaats de kooi nooit op de tocht, vooral bij traliekooien kan dit problemen opleveren. Zet de kooi op een niet te koude of te warme plaats en nooit in de volle zon! Ratten raken snel bevangen worden door de hitte met de dood als gevolg.
Op de bodem van het rattenverblijf kunnen kranten gelegd worden om urine op te vangen. Vaak scheuren ze er een nestje van.
Gebruik als bodembedekking nooit zaagsel, hooi of stro. Ter voorkoming van longproblemen en schurftmijt zijn beukenhouten snippers of hennepvezel prima alternatieven.

 

Ratten zijn alleseters, bovendien lusten ze bijna alles. Geef ze alleen geen zout, zoet, vet of gekruid voedsel. Als basisvoer zijn er tegenwoordig allerlei produkten op de markt waarin alle voedings-behoeften van de rat verwerkt is. Geef ratten geen konijnenvoer. Konijnen zijn planteneters terwijl ratten ook dierlijke producten eten. Ook in gemengd knaagdierenvoer zit voor een rat te weinig voedingsstoffen, met name eiwit. Naast het basisvoedsel kan het eten van de rat aangevuld worden met fruit, groente, rijst, macaroni, aardappel, maïs en af en toe een stukje kaas of ei. Ook oud en uitgedroogd brood vinden ratten lekker.
Van teveel dierlijk voer kunnen ratten erg gaan stinken; door hiervan minder te geven is het probleem vaak snel opgelost. Ratten vinden het erg leuk om bezig te zijn met hun eten een hele walnoot vormt een ware uitdaging. Een drinkflesje vers water moet altijd aanwezig zijn.



Terug naar boven

Naaktrat

Naaktratten doken voor het eerst op in laboratoria als spontane mutatie. Deze mutatie duikt bij veel dieren op (naakthond, naaktkat, naaktmuis, naaktcavia) maar heeft geen overlevingskansen in de natuur. Deze naakte dieren worden dan ook voornamelijk in gevangenschap aangetroffen. Daarna is men met deze dieren gaan fokken om er allerlei huidproeven op te testen. Al snel belandde de naaktrat in de rattenfokkerswereld en werd het een trendy verschijning.

 

De huid (en dus ook de vacht) is het grootste orgaan van de rat en heeft belangrijke functies. Bij naakte dieren zijn deze functies ernstig verstoord. De belangrijke functies van een vacht zijn:

  • Isolatie (koude- en warmteregeling);
  • Bescherming tegen huidbeschadigingen door nagels en tanden (bijvoorbeeld ten gevolge van stoeipartijen en wilde achtervolgingen);
  • Bescherming tegen huidparasieten, uitdroging en UV-straling.
  • Communicatie;
  • Tast (snorharen en wimpers).

Het ontbreken van een vacht zorgt ervoor dat de verzorging van naaktratten nogal afwijkt van zijn harige soortgenoten.

 

  • Doordat naaktratten zichzelf minder goed warm kunnen houden, kunnen ze het beste gehouden worden rond een temperatuur van 24°C. Daalt de temperatuur onder de 24°C dan worden de dieren inactief om zoveel mogelijk energie te sparen. Om warmteverlies te beperken zal de doorbloeding van de huid sterk verminderen. Hierdoor verkleuren ze naar een lijkwitte tint i.p.v. hun gezonde babyroze kleur.
  • Vanwege hun kwetsbare huid moeten de nagels van de dieren (en hun kooigenootjes) regelmatig gevijld worden om te verkomen dat ze met hun scherpe nagels zichzelf of anderen openkrabben. Een ruwe steen (bijvoorbeeld een stoeptegel of baksteen) als ondergrond slijt de nagels op een natuurlijke manier af.
  • Regelmatig insmeren met een niet-giftige en ongeparfumeerde babyolie of bodylotion voorkomt het uitdrogen van de huid. Controleer de dieren regelmatig op huidparasieten en wondjes. De wondjes infecteren veel sneller omdat vuiligheid makkelijke de wond binnen kan dringen. Alle naakte dieren (en dieren met een witte vacht) zijn erg gevoelig voor zonnebrand en huidkanker. Het is (überhaupt) niet verstandig om dieren in de zon te zetten i.v.m. een zonnesteek of uitdroging.
  • Doordat de naaktrat geen vacht heeft, is het heel moeilijk te zien wat de stemming van het dier is of dat het dier ziek is. Geïrriteerde dieren en/of zieke dieren zetten de vacht namelijk rechtop, het zogenaamde 'egelen'. Gevolg is dat naaktratten nogal moeilijk te 'lezen' zijn en erg onvoorspelbaar kunnen reageren. Ook kan een ziekte te laat ontdekt worden.
  • Door het ontbreken of vervorming van de tastharen zoals wimpers, snorharen en wenkbrauwen, zijn de reflexen van naaktratten niet zo vlug als van dieren die deze haren wel bezitten. Gevolgen zijn dat de rat te laat zijn ogen sluit wanneer er een andere rat over zijn kop klimt of tastharen die zo krullen dat ze gaan ingroeien in de ogen. Het regelmatig bijknippen van 'lastige' haren is dan ook wel zo verstandig.

Naaktratten leven beduidend korter dan hun harige soortgenoten, vaak halen ze maar nèt de anderhalf jaar.



Terug naar boven