Zoeken

Mongoolse gerbil
Artikelen in deze categorie
Algemeen

Nederlandse naam; Mongoolse gerbil, renmuis
Latijnse naam; Meriones unguiculatus

Kop-romplengte; 11-13 cm.
Staartlengte; 9-11 cm.
Gewicht; 60-85 gram.
Gemiddelde leeftijd; 1-2 jaar (wild), 3-5 jaar (gevangenschap)

Levenswijze; sociaal, gezinsverband, dag/nacht actief.
Verspreiding; Mongolië, droge gebieden met grassen en struikgewas.

 

Er zijn meer dan 10 geslachten met minstens 100 soorten gerbils. In de jaren zestig werd de Mongoolse gerbil (Meriones unguiculatus) in Europa ingevoerd. Tegenwoordig verschijnen er ook steeds meer andere soorten in de handel. Gerbils worden ook wel woestijnrat of renmuis genoemd.

Een andere verwarrende naam is springmuis. Springmuizen zijn echter hele andere soorten knaagdieren, die niet verwant zijn aan gerbils. Ze komen oorspronkelijk uit steppe- en woestijnachtige gebieden in Afrika en Azië.

De gerbil is pas de laatste decennia als huisdier populair geworden. Daarvoor werd hij vooral als laboratoriumdier gebruikt. Van de Mongoolse gerbil bestaan in Nederland zeer veel kleurslagen, waaronder: zwart, agouti (wildkleur), wit met rode ogen (albino), argent (geelachtig), siamees, blauw. De gerbils zijn knaagdieren en behoren tot de renmuizen of woestijnratten (Gerbillinae). Deze zijn nauw verwant aan de woelmuizen. Zij danken hun naam aan het latijnse "gerbillus". 

Een karakteristieke houding van de gerbil is rechtop op zijn achterpoten, met zijn staart recht naar achteren gestrekt. De voorpoten worden gebruikt om voedsel beet te pakken. Aan de binnenkant van het oog zit een klier die roodbruin vocht produceert. Dit vocht wordt bij het poetsen over het lichaam verspreid.Een gerbil wordt vooral gekarakteriseerd door zijn nieuwsgierigheid en vriendelijkheid. Ze zijn altijd uit op onderzoek waarbij ze erg graag graven.

Opwinding en boosheid toont een gerbil door het trommelen met zijn achterpoten, meestal met een soort roffel aan het eind. Ze "praten" voortdurend met elkaar door middel van hoge, nauwelijks waarneembare piepende geluiden. Het duidelijk hoorbare piepen van jonge gerbils is een soort speelse opwinding; bij ouderen heeft dit meer te maken met sexuele opwinding, bij spelen en angst. Bij angst of opwinding piepen ze niet alleen, ze zitten ook stijf rechtop op de achterpoten. Zitten ze niet zo stijf, maar wel rechtop, dan zijn ze alleen maar geïnteresseerd in hun omgeving. Met vier poten de lucht inspringen is speels, de bokspartijen met de voorpoten kunnen zowel speels als bittere ernst zijn. Een gerbil die lekker op z'n gemak zit toont dit door zich uitgebreid te gaan poetsen.



Terug naar boven

Gezelschap en voortplanting

Gerbils leven oorspronkelijk in gezinsverbanden in een onderaards tunnel-systeem dat heel omvangrijk kan zijn. In gevangenschap is het houden van verschillende generaties mogelijk, maar als de groep te groot wordt voor de kooi zullen er gevechten om de territoria uitbreken. Gerbils die alleen in een kooi gehouden worden, zullen zich erg ongelukkig voelen. Deze dieren hebben altijd in ieder geval één soortgenoot nodig. Elkaar schoonpoetsen is een belangrijke vorm van sociaal gedrag bij gerbils.

Twee vrouwtjes gaan goed samen, twee mannetjes meestal ook.

 

Het bij elkaar zetten van vreemde volwassen gerbils kan nog wel eens problemen geven. Een indringer wordt in het territorium niet snel geaccepteerd; ze kunnen elkaar zelfs doodbijten.

Zorg voor een ruime behuizing (voor twee gerbils minimaal 80 x 50 cm, voor een groep gerbils minimaal 1 x 0,50 m) met daarin de mogelijkheid dat de dieren elkaar kunnen ontwijken. Als het hok net is schoongemaakt heeft dat de voorkeur. Beter is om neutraal terrein te creëren. Het is verstandig om aan het begin van de dag te beginnen zodat er de hele dag de tijd is om rustig te bekijken of het goed gaat. Mocht er een vermoeden bestaan dat de dieren zullen gaan vechten, moeten ze ogenblikkelijk uit elkaar gehaald worden. Ze kunnen ieder apart gehuisvest worden met de hokken/kooien tegen elkaar aan zodat ze elkaar kunnen zien en ruiken; of splits de bestaande kooi in tweeën en laat ze op die manier aan elkaar wennen. Probeer het bij elkaar zetten dan na een aantal dagen tot weken nog een keer. Gerbils kunnen problemen geven als de groep te groot is of één van de gerbils de nieuwkomer als een indringer ziet. De dieren herkennen elkaar aan de familiegeur en aan de chemische stoffen in het speeksel waardoor vreemde dieren elkaar vaak moeilijk accepteren. Als twee dieren, die elkaar niet kennen, elkaar ter begroeting kort aan de zijkant van de snoet likken, dan is dit niet altijd een teken van vriendschappelijkheid. Als daarop volgt dat ze met de koppen elkaar weg gaan duwen, is het nodig ze uit elkaar te halen voordat het gevecht echt begint.

 

Voor het bij elkaar zetten van dieren ga ik ervan uit dat er geen jongen geboren worden. Rekening houdend met de aard van gerbils en het feit dat mannelijke gerbils gecastreerd kunnen worden, zijn de volgende combinaties mogelijk:

 

  • twee of meer vrouwtjes
  • twee of meer mannetjes
  • een of meerdere gecastreerde mannetjes met een of meerdere vrouwtjes

 

Als bij een stelletje één van de twee overlijdt, kan de overgeblevene in een behoorlijke dip geraken. Let dan goed op of het dier blijft eten en ga op zoek naar een nieuwe partner!

 

Gerbils hebben een enorme voortplantingssnelheid. Op een leeftijd van 65 tot 85 dagen zijn ze geslachtsrijp en de draagtijd is ongeveer 24-26 dagen. Een vrouwtje kan dus ongeveer elke maand een nest jongen krijgen. Als de moedergerbil binnen 24 uur opnieuw gedekt is, kan de draagtijd langer zijn (27 tot 42 dagen). Gemiddeld krijgt een vrouwtje 1 tot 12 jongen. De jongen worden kaal, doof en blind geboren (nestblijvers) en gedurende vier weken door de moeder gezoogd.Beide ouders zorgen voor de jongen. Ze houden ze warm en ze houden de jongen in het nest bijeen.Na 16 tot 20 dagen gaan de ogen open en na zes weken kunnen de jongen weg bij de moeder. Mannelijke gerbils kunnen worden gecastreerd.



Terug naar boven

Huisvesting en voeding

Verreweg het meest geschikte onderkomen voor twee gerbils is een ruime aquariumbak van minimaal 80 x 40 cm. Een groepje gerbils heeft meer ruimte nodig. Dek de bak wel af met een met gaas gespannen houten raamwerk om ontsnapping te voorkomen. In een aquariumbak kunnen de gerbils graven en een sociaal leven leiden. Voor de eigenaar is een aquarium ook leuk: de gerbils zijn hierin makkelijk te observeren.Plaats een gerbilverblijf niet in de volle zon. De temperatuur loopt vooral in een aquarium snel hoog op. Mogelijkheden voor de inrichting van het aquarium: · Een mengsel van turfmolm, stro en compost van 15 tot 30 cm hoog. Het stro snijdt men in kleine stukjes en als compost kan men verpakte potgrond nemen. Eventueel legt men op het oppervlak enkele graszoden. De gangen die de gerbils nu graven zullen hun vorm behouden. Omdat de gerbils voort- durend bezig zijn met graven, worden hun uitwerpselen en urine goed door het aardemengsel gemengd. Deze stoffen worden door biologische processen afgebroken. Het oppervlak kan elke dag met een plantenspuit bevochtigd worden zodat de aarde niet uitdroogt en hierdoor de tunnels instorten. Voor de afwisseling kunnen een aantal grote stenen in het aquarium gelegd worden. · Een dikke laag kranten, plukken hooi en eventueel lapjes stof. Scheuren van papier en gangen graven is de lust van een gerbil. Een verhoogd plankje met daarop water en voer en een krantje waarop ze meestal hun behoefte doen voorkomt een hoop rommel. Onderhoud van deze mogelijke inrichtingen vergt weinig tijd. Eens in de 2 à 3 maanden helemaal schoonmaken is genoeg. Wel regelmatig controleren of de dieren geen voedsel hebben verstopt omdat dit kan gaan schimmelen. Mocht een gerbil in een traliekooi worden gehuisvest dan vindt de gerbil het leuker als de tralies horizontaal lopen zodat hij erin kan klimmen. In zo'n traliekooi is een slaaphuisje/nachtverblijf noodzakelijk en eventueel een gesloten looprad zodat de gerbil er niet met z'n staart tussen kan komen. De mogelijkheid tot graven kan gecreëerd worden door een laag bodembedekking van minimaal 15 cm op de bodem te leggen. Uiteraard hoort in de gerbilverblijf een stenen voerbakje te staan, een drinkflesje te hangen en knaagtakken aanwezig te zijn.

 

Een gerbil eet voornamelijk plantaardig voer, af en toe aangevuld met wat dierlijk voedsel (bijvoorbeeld meelwormen). Hamstervoer (of een zelfgemaakte mix van kanariezaad, zonnebloempitten, tarwe, haver, mais en gerst) is een goede basis (géén konijnenvoer!). Er bestaat ook speciaal voer voor gerbils. Het basisvoer kan worden aangevuld met fruit en groente, hooi, hardgekookt ei, wat hondenbrokken of hondendiner. Geliefde hapjes zijn rozijnen, zonnebloem- en meloenpitten. Opgroeiende jongen eten ook graag kanarie-opfokvoer. Geef de versnaperingen echter zeer weinig, twee tot drie maal per week. Geef gerbils altijd een drinkflesje vers water. Ondanks de wetenschap dat gerbils weinig drinken en zuinig met water omgaan, moeten ze altijd over water kunnen beschikken. Vooral als ze het warm hebben of zich niet lekker voelen, verbruiken gerbils meer water dan ze uit hun groenvoer kunnen opnemen. Gerbils eten ook hun een deel van hun eigen ontlasting weer op.



Terug naar boven