Zoeken

Cavia
Artikelen in deze categorie
Algemeen

Nederlandse naam; Cavia.

Latijnse naam; Cavia aperea porcellus.
Kop-romplengte; 20-40 cm.
Staartlengte; geen.
Gewicht; 700-1500 gram.

Gemiddelde leeftijd; 3 jaar (wild), 6-10 jaar (gevangenschap).

Levenswijze; groepsdier, overdag actief.

Verspreiding; Zuid Amerika, Andesgebergte.

 

De cavia (Cavia aperea porcellus) komt van oorsprong uit Zuid-Amerika. Er zijn 16 soorten wilde cavia's. De cavia werd al door Inka-stammen gehouden. De dieren hadden daar waarschijnlijk een gezelschapsfunctie, waren een belangrijke leverancier van vlees en werden gebruikt als offerdier.

In Nederland, waar de cavia waarschijnlijk al in de 16e eeuw is geïntroduceerd, is het een populair huisdier. Ook als laboratoriumdier wordt de cavia nog veelvuldig gebruikt.

De cavia wordt ten onrechte ook wel marmot genoemd. De marmot is echter een groot soort eekhoorn uit voornamelijk bergachtige gebieden in Noord-Amerika, Europa en Azië.

Van de cavia bestaan vele rassen en een oneindig aantal kleurcombinaties:

 

  • langharige cavia's;  
  • kort- of gladharige cavia's;
  • gekruinde cavia's;
  • satijncavia's;
  • rexcavia's;
  • cuy
  • naakt 
Cavia's zijn knaagdieren met een mollige, wat gedrongen bouw.  Een Cuy-cavia wordt wel drie á vier keer zo zwaar als een gewone cavia en werd oorspronkelijk voor het vlees gefokt.
Deze dieren worden minder oud dan een gewone cavia (gewoonlijk een jaar of 3), hebben sneller last van gewrichtsproblemen, hart- en vaatziekten en zijn gevoeliger voor het Bumble-feet syndroom.
Cavia's eten soms hun eigen mest weer op. Sommige keutels, de zachte wit gekleurde, zitten in de blinde darm en produceren vitamine B en K. De dieren nemen dit op door hun mest nog een keer te verteren.

 

De cavia heeft een heel arsenaal van mogelijkheden om met zijn omgeving te communiceren. Oorspronkelijk komen cavia's uit gebieden waar veel struiken staan en hoog gras groeit. Ze zijn in deze omgeving vaak niet in staat elkaar te zien. Om deze redenen hebben ze allerlei geluiden ontwikkeld om contact met elkaar te onderhouden. Hoog, hard piepen, door sommige mensen ook fluiten genoemd, doet een cavia om aandacht te trekken. Jonge dieren die zijn afgedwaald doen het om hun moeder te roepen. Bij mensen zullen cavia's gaan piepen als het voertijd geworden is of als de mensen na lange tijd van huis zijn geweest weer thuiskomen. Als een cavia knort, wil hij aangeven dat alles in orde is en er geen gevaar dreigt. De cavia voelt zich goed en geeft aan dat andere cavia's rustig bij hem kunnen komen om eens te kijken hoe het daar is. Korte, stoterige geluidjes dienen ter onderlinge communicatie en als onderlinge band. Deze geluidjes dienen om contact te bewaren wanneer de dieren elkaar niet kunnen zien. Als een cavia gaat sissen en/of klappertanden is er iets mis; dit geluid laten ze horen als ze kwaad zijn. Ook worden deze geluiden gebruikt als imponeergedrag tussen twee beertjes. Het sissen en klapper- tanden zal een cavia tegenover de mens niet vaak laten horen. Een brommerig gekwetter is een geluid dat bij de hofmakerij hoort. Als de cavia de mens op deze manier benaderd vindt de cavia hem in ieder geval bijzonder aardig. Cavia's hebben af en toe een "dolle bui": ze springen dan luid kwetterend hoog in de lucht en draaien dan een slag, het zogenaamde popcornen. Hierbij rennen ze hard door de kooi. In rust ligt een cavia vaak een beetje op zijn zij onder of in een bedje van hooi.



Terug naar boven

Gezelschap en voortplanting
Cavia's zijn in het wild schuwe dieren die in groepen van 5-10 dieren samenleven en beschutting vinden in holen. Een cavia is een sociaal levend dier en heeft graag een soortgenoot om zich heen.
Cavia's zijn heel jong geslachtsrijp: beertjes op een leeftijd van vier tot vijf weken en zeugjes al als ze vijf of zes weken oud zijn. Het is niet raadzaam om zeugjes al zo jong een nestje te laten krijgen. Zulke jonge dieren zijn nog niet geschikt om goed met hun jongen om te gaan. Bovendien zijn ze lichamelijk nog niet helemaal volgroeid. Met een cavia die voor z'n eerste levensjaar geen jongen heeft gehad kan niet meer gefokt worden. Het bekken is dan zo gegroeid dat een bevalling zeer problematisch is.

De draagtijd van een cavia is meestal tussen de 65-70 dagen, soms een paar dagen meer of minder. Er worden per worp 1 tot 6 cavia's geboren. Cavia's zijn nestvlieders: ze worden geboren met vacht, met de ogen open en met volgroeide tanden. Hierdoor kunnen ze gelijk na de geboorte meelopen met de moeder. Na een paar dagen eten ze vaak al mee met het voedsel van de moeder. De jongen worden in het wild ruim vier weken gezoogd. Met vijf weken worden ze gespeend; ze wegen dan minimaal 300 gram. Beertjes kunnen op een leeftijd van 4-5 maanden gecastreerd worden.

 

Voor het bij elkaar zetten van dieren ga ik ervan uit dat er geen jongen geboren worden. Opvangcentra puilen uit en het valt lang niet altijd mee om voor de jongen een nieuw baasje te vinden.
Rekening houdend met de aard van cavia's en de mogelijkheid mannelijke cavia's te castreren, kunnen de volgende combinaties gemaakt worden:

 

  • twee of meer zeugjes
  • twee tot maximaal 4 à 5 (gecastreerde) beertjes (mits er geen vrouwtjes in de buurt zijn!) 
  • een gecastreerd beertje met één of meer zeugjes

 

Verschillende sexe-combinaties zijn mogelijk. Twee zeugjes, twee (on)gecastreerde beertjes (vooral op jonge leeftijd en als er geen zeugje in de buurt is) of een zeugje en een gecastreerd beertje gaan over het algemeen heel goed samen.
De leukste/geschiktste combinatie is een gecastreerd beertje met een aantal zeugjes. Het bij elkaar zetten van cavia's geeft in de praktijk nooit zoveel problemen. De dieren accepteren elkaar over het algemeen vrij snel.
Een gecastreerd beertje kan pas vijf weken na de castratie bij een zeugje gezet worden omdat het sperma nog lang vruchtbaar is en zo ook de operatiewond goed heeft kunnen genezen. Als het hok net is schoongemaakt heeft dat de voorkeur. Het is aan te raden om de kennismaking, zover dat mogelijk is, buiten het hok te laten plaatsvinden en hiermee aan het begin van de dag te beginnen zodat er de hele dag de tijd is om rustig te bekijken of het goed gaat. Haal de dieren alleen uit elkaar als er daadwerkelijk tot bloedens toe gevochten wordt. Ook al wordt er flink gekibbeld en achter elkaar aan gezeten, is het beter om ze hun gang te laten gaan; immers de volgende dag zou er precies hetzelfde van voor af aan weer gebeuren. Wees alert als één van de cavia's begint te klappertanden: dit kan een voorteken van aanvallen zijn. Probeer pas dan in te grijpen als er wonden gaan vallen. Mocht het echt niet gaan dan hoeft de moed nog niet opgegeven te worden. Een alternatief is om bijvoorbeeld het nieuwe dier apart te huisvesten en naast de andere kooi te zetten zodat ze elkaar kunnen zien en ruiken. Probeer het bij elkaar zetten na een aantal dagen nog een keer. 
Na een dag tot een paar dagen is de strijd meestal gestreden. In het begin is het een machtsspelletje: dan mag de één niet onder het doosje kruipen, dan mag de ander het niet. Hetzelfde geldt voor het eten, drinken en het elkaar in de weg lopen. Er zal veel gepiept, gebromd en andersoortige geluiden gehoord worden waarbij ze steeds met de kinnen tegen elkaar aangaan met de kop omhoog. De dieren zullen achter elkaar aan rennen; het beertje zal proberen te paren met het zeugje. Het zeugje moet daar meestal niet zoveel van weten en het beertje zal zijn pogingen dan ook snel opgeven. Als eenmaal bepaald is hoe de onderlinge verhouding ligt zullen de cavia's elkaar steeds meer gaan opzoeken en elkaar uiteindelijk volgen en naast elkaar liggen. In het ideaalste geval liggen ze tegen elkaar aan; in sommige gevallen is dit minder sterk aanwezig en liggen ze in elkaars buurt. Soms lukt het echt niet; probeer aan het gedrag af te lezen of de cavia's het daadwerkelijk naar hun zin hebben. Zo'n twee maanden na het bij elkaar zetten is hiervoor een redelijke tijd. Trek niet gelijk de conclusie dat deze cavia liever geen gezelschap heeft maar probeer het eens met een ander. Ook mensen vinden elkaar niet allemaal even aardig!
Zet nooit een zeugje bij twee beertjes! Ook al zijn de beertjes gecastreerd; ze zullen met elkaar op de vuist gaan tot de dood er op volgt. Zelfs nadat het zeugje verwijderd is zal de verstandhouding behoorlijk verstoord zijn waarbij het risico vrij groot is dat ze elkaar niet meer accepteren.

 

In de dierenwinkel wordt nogal eens geadviseerd om een (dwerg)konijn bij een cavia te zetten. Als dit van jongs af aan gebeurd kan dat in een ruime behuizing goed gaan; uit de praktijk blijkt echter dat het dag- en nacht-ritme van een cavia en een konijn zodanig van elkaar verschillen, dat zij elkaar gaan irriteren en het vaak het konijn is dat uitvalt naar de cavia. Ook kan het voorkomen dat een konijn zo dominant is dat het het ruggetje van de cavia breekt wanneer hij erg wild de cavia berijd. Bovendien staat vast dat zowel de cavia als het konijn het meest plezier beleeft aan het gezelschap van een eigen soortgenootje.
Als bij een stelletje één van de twee overlijdt, kan de overgeblevene in een behoorlijke dip geraken. Let dan goed op of het dier blijft eten en ga op zoek naar een nieuwe partner.


Terug naar boven

Huisvesting en voeding
De gezondheid van een cavia hangt voor een groot deel af van een goede en ruime behuizing. In de winter, bij temperaturen onder de 5 à 10 graden moeten cavia's binnen gehouden worden. In de zomer kunnen cavia's goed naar buiten. Een standaard konijnenhok, met een dag- en een nachtgedeelte kan goed voldoen voor cavia's. Ook een (verplaatsbare) ren op het gras wordt door cavia's erg op prijs gesteld. Gebruik geen gaas op de bodem van de ren; caviapootjes kunnen snel verwondingen oplopen. Het eenvoudigste en een heel geschikt onderkomen voor cavia's is een binnenkooi uit de dierenwinkel. Voor twee cavia's is de minimummaat 1 x 0,50 m. Cavia's houden ervan hun omgeving te bestuderen. Zet een caviakooi in de kamer altijd met één kant tegen de muur. Dat is rustiger voor de cavia's; zo weten ze dat ze van die kant geen gevaar te duchten hebben. Cavia's kunnen niet tegen tocht en vocht; ze vatten kou en krijgen dan al snel een long- ontsteking. Zorg dus dat de kooi tocht- en vochtvrij staat. De keuken is vanwege de hoge luchtvochtig- heidsgraad geen geschikte plaats voor een caviakooi. Leg kranten op de bodem van de kooi met daarop een laag bodembedekking en een flinke laag hooi.
Dit eten de dieren en is belangrijk voor de spijsvertering. Ook houden cavia's ervan om onder een laag hooi weg te kruipen. Gebruik liever geen stro. Grote strootjes kunnen in de ogen van de cavia prikken en zo oogontstekingen veroorzaken.
Gewoonlijk krijgt de kooi één à twee keer per week een schoonmaakbeurt. Cavia's gebruiken de hele kooi als toilet. Af en toe kan de kooi ontsmet worden met een soda oplossing. Urine aanslag kan goed verwijderd worden met azijn.

Een cavia moet altijd beschikken over eten en mag nooit zonder voer zitten. De spijsvertering is zo dat de darmen altijd gevuld moeten zijn. Een cavia eet de hele dag door kleine beetjes. De cavia is één van de weinige dieren die, net als de mens, niet in staat is zelf vitamine C aan te maken. Dit moeten ze dus via de voeding opnemen. Een gezonde cavia heeft gemiddeld 20 mg vitamine C per dag nodig, een drachtig zeugje, herstellende of zieke dieren wel 50 mg per dag. Geef een cavia speciaal caviavoer. Dit zijn volledige brokken, waarin vitamine C zit. Let vooral op de houdbaarheid van het voer. De meningen lopen nogal uiteen of het speciale caviavoer voldoet aan de hoeveelheid vitamine C per dag; vaak wordt geadviseerd om naast het voer vitamine C in tabletvorm of druppeltjes te gebruiken.

Vitaminepilletjes worden vaak gegeten als snoepjes; vitamine C-druppels zijn nogal omstreden omdat dit in water al snel geen voedingswaarde meer zou hebben.

Naast krachtvoer heeft een cavia altijd hooi nodig voor een goede darmwerking. Ook eet een cavia graag groente of fruit, bijvoorbeeld witlof, sinaasappel, appel, peer, wortel, tomaat, komkommer, maar ook paardenbloembladeren of gras vindt de cavia erg lekker (pas echter op voor geplukt groenvoer langs de kant van de weg of hondenuitlaatveldjes). Ook oud bruin brood vindt de cavia erg lekker. De vitamines en mineralen die een cavia nodig heeft moet hij uit het krachtvoer halen. Geef dus niet zoveel extra's dat hij zijn krachtvoer niet meer opeet. Geef een cavia altijd vers drinkwater. Drinkwater kan gegeven worden in een stenen bakje (valt niet om) of een drinkflesje (geeft minder rommel).



Terug naar boven