Zoeken

Kleurmuis
Artikelen in deze categorie
Algemeen

Nederlandse naam; Kleurmuis, tamme muis 
Latijnse naam; Mus musculus
Kop-romplengte; 7-10 cm.
Staartlengte; 6-10 cm.
Gewicht; 10-45 gram.
Gemiddelde leeftijd; ½ jaar (wild), 3 jaar (gevangenschap)
Levenswijze; groepsdier, nachtactief.
Verspreiding; oorspronkelijk Eurazië later door de mens over de hele wereld verspreidt.

 

De bekendste muizen zijn de gewone huismuis (Mus musculus) en de daarvan afstammende witte muis uit de laboratoria die als huisdier gehouden wordt. Deze witte muis en zijn latere vele variaties worden kleurmuizen genoemd. Oorspronkelijk leefde de huismuis op de steppen en in de halfwoestijnen van het Middellandse Zeegebied, Middenoosten en Zuidoost Azië. Al lang voor de jaartelling leefde deze muis steeds meer in de buurt van de mens en er is geen enkele plek meer op de wereld waar geen huismuizen zijn dankzij hun enorme aanpassingsgewoonte. Muizen behoren tot de knaagdieren, de meest vruchtbare zoogdierenfamilie. Er zijn meer dan 370 soorten en 1500 ondersoorten muisachtigen. Er bestaat geen verschil tussen ratten of muizen, ze behoren beiden tot de muisachtigen. Over het algemeen worden grotere soorten rat genoemd. De laatste jaren worden er in Europa veel bijzondere en exotische muizen als huisdier gehouden zoals: stekelmuizen, zebragrasmuizen, katoenratten, veeltepelmuizen en dwergmuisjes. Kleurmuizen zijn eigenlijk huismuizen maar in de vele jaren van gevangenschap zijn ze zo veranderd dat het eigenlijk een ander dier is geworden. Door de domesticatie zijn het uiterlijk en het gedrag zeer ingrijpend veranderd. Zo zijn er niet alleen verschillen in haarstructuren ontstaan (normaal, satijn, langhaar en borstelhaar) maar ook in tekening ( hollander, rumb-white, siamees, lakenvelder etc.) en kleuren (zwart, agouti, chinchilla etc). Mannelijke muizen zijn wat groter en rustiger dan de vrouwelijke muizen, ze ruiken ook een beetje meer. Muizen zijn nachtdieren die in korte periodes rust en activiteit afwisselen. In de schemering en eerste helft van de nacht zijn zij het meest actief. Overdag verschuilen zij zich in hun nesten. Tijdens hun activiteit vinden ze vooral klauteren en klimmen het leukst; een creatief en uitdagend ingerichte kooi voorkomt verveling en stress.



Terug naar boven

Gezelschap en voortplanting

Oorspronkelijk leven muizen in familieverband. Een muis alleen zal snel vereenzamen en kan gedragsstoornissen vertonen. Het leukst voor mens en dier is het houden van kleine groepjes muizen.

Het bij elkaar zetten van muizen geeft in de praktijk nooit zoveel problemen, zeker niet als het om jonge dieren gaat. Twee onbekende volwassen muizen, of een muis zetten bij een bestaande groep kunnen problemen geven. Vrouwtjesmuizen bij elkaar vormt geen enkel probleem. Ook mannelijke dieren leven vreedzaam samen zolang er geen vrouwtjes in de buurt zijn.

Van een mannetje en een vrouwtje komen onherroepelijk vaak en veel jongen!

 

Voor het bij elkaar zetten van dieren ga ik ervan uit dat er geen jongen geboren worden. Rekening houdend met de aard van muizen en het feit dat mannelijke muizen niet gecastreerd kunnen worden, zijn alleen de volgende combinaties mogelijk:

 

  • twee of meer vrouwtjes
  • twee of meer mannetjes
Zorg voor een ruime behuizing (voor twee muizen minimaal 70 x 40 cm) met daarin de mogelijkheid dat de dieren elkaar kunnen ontwijken. Als het hok net is schoongemaakt heeft dat de voorkeur. Het is aan te raden om de kennismaking, zover dat mogelijk is, buiten het hok te laten plaatsvinden en hiermee aan het begin van de dag te beginnen zodat er de hele dag de tijd is om rustig te bekijken of het goed gaat. Haal de dieren alleen uit elkaar als er daadwerkelijk tot bloedens toe gevochten wordt. Mocht het echt niet gaan dan hoeft de moed nog niet opgegeven te worden. Een alternatief is om bijvoorbeeld het nieuwe dier apart te huisvesten en naast de andere kooi te zetten zodat ze elkaar kunnen zien en ruiken. Probeer het bij elkaar zetten dan na een aantal dagen nog een keer. Zet nooit een vrouwtje bij twee of meer mannetjes; de mannetjes zullen met elkaar gaan vechten.
Muizen accepteren elkaar vrij snel. Na een dag tot een paar dagen is de strijd gestreden. In het begin is het een machtsspelletje: dan mag de één niet onder het doosje kruipen, dan mag de ander het niet. Hetzelfde geldt voor het eten, drinken en het elkaar in de weg lopen. Als eenmaal bepaald is hoe de onderlinge verhouding ligt zullen de dieren elkaar steeds meer gaan opzoeken.
Als bij een stelletje één van de twee overlijdt, kan de overgeblevene in een behoorlijke dip geraken. Let dan goed op of het dier blijft eten en ga op zoek naar een nieuwe partner!
Muizen zijn al op zeer jonge leeftijd vruchtbaar (vier weken) en met 6-10 weken zijn ze in staat jongen te werpen. Het vrouwtje wordt elke 4 tot 6 dagen bronstig. Aan het einde van de draagtijd kan het gewicht van de drachtige muis bijna verdubbeld zijn. Tijdens de dracht zal het vrouwtje beginnen een nest te bouwen van stro, hooi, gras, papier, karton en stukjes stof. Na een draagtijd van 19-21 dagen komen 8-12 jongen als nestblijvers ter wereld: ze worden naakt, kaal en hulpeloos geboren. De oogjes en oren zijn gesloten. Bij de geboorte weegt een muisje slechts 1,5 gram. De eerste haartjes komen door na 3 dagen, de oren gaan dan een dag later open. De oogjes blijven 12 tot 14 dagen dicht. De jongen zogen gedurende drie tot vier weken bij de moeder, ze beginnen echter al na twee weken aan het vaste voedsel te knabbelen. Na vier weken wegen de muisjes al zo'n 12 tot 18 gram en kunnen ze bij de moeder weg. Volledig uitgegroeid zijn ze echter pas na vier maanden. Na de geboorte is een vrouwtje binnen 24 uur weer bronstig. Na ongeveer anderhalf jaar worden veel vrouwtjes onvruchtbaar. Mannetjes kunnen veel langer voor nageslacht zorgen.


Terug naar boven

Huisvesting en voeding

Muizen vragen een eenvoudige huisvesting. Voor twee muizen voldoet een aquarium (met ontsnappingsvrij deksel!) van minimaal 70 x 40 cm het best. Tocht en vocht moet worden vermeden evenals de felle zon: de temperatuur in een aquarium kan snel hoog oplopen.

Kleurmuizen zijn muizen die veel vocht verbruiken: gebruik goed absorberende bodembedekking van zo'n 5 tot 7 cm waarin ze ook lekker kunnen graven en woelen. De bodembedekking moet aangevuld worden met hooi en/of stro. Een bloempot wordt als schuil- en slaapplaats zeer gewaardeerd. Een muizenhok kan verder ingericht worden met een toiletrol, kleine kartonnen doosjes, een stukje touw, een klimtak of stenen zodat de muizen zich niet hoeven te vervelen. Uiteraard kan het etensbakje in de bak gezet worden en kan het drinkflesje opgehangen worden.

Maak het hok en de bijbehorende spullen regelmatig grondig schoon. Kleurmuizen (vooral de mannetjes) kunnen nogal onaangenaam ruiken. Uit de praktijk blijkt dat als alleen de bodembedekking verschoond wordt de dieren hun geur niet steeds opnieuw hoeven af te zetten. Houd de kooi goed schoon, vooral wat betreft bedorven groente en fruit. Dit kan gaan schimmelen en allerlei ziektes veroorzaken. Pas goed op met het loslaten van de muizen. Ze zijn klein en snel waardoor ze gemakkelijk overal tussen en in kruipen. Bij het vangen van ontsnapte muizen kan het best een muizenval gebruikt worden waarbij ze levend gevangen worden. Was de handen goed na ieder contact met de muis of zijn omgeving.

 

Muizen zijn zaden- en graaneters. Voor muizen is speciaal voer te koop: dit bestaat vaak uit geperste korrels die alle noodzakelijke voedingsmiddelen bevatten. Geef echter zo min mogelijk voer waar veel graspellets in zitten. Ook gemengd muizenvoer is geschikt: dit bevat meestal haver, gerst, rogge, boekweit, maïs etc. Pas op voor zonnebloempitten; dit bevat veel vet! Geef geen konijnenvoer: qua voedingsmiddelen is dit niet geschikt voor muizen. Fruit en groenvoer zijn heel belangrijk voor muizen en dient een wezenlijk bestanddeel van de voeding te zijn.



Terug naar boven