• Algemeen
• Gezelschap en voortplanting
• Huisvesting en voeding

Levenswijze; groepsdier, dag- en nachtactief.
Verspreiding; steppes in Oekraïne, Mongolië, noorden van China en Kazachzstan.

De steppelemming bewoont in enorme kolonies de dorre en 's winters besneeuwde steppen van Rusland, Mongolië en China en graaft daar ingewikkelde holen - en gangenstelsels. Hij is meer verwant aan de woelmuizen dan aan de echte lemmingen, en behoort tot de familie van de hamsters en woelmuizen (Cricetidae). De steppelemming is een klein knaagdiertje dat wel wat weg heeft van een Djoengaarse dwerghamster. De rug is bruinachtig grijs met een donkere aalstreep en de buik is oker tot wit van kleur. Steppelemmingen bijten zelden en zijn nieuwsgierige dieren. 

Een steppelemming wordt vooral gekarakteriseerd door zijn nieuwsgierigheid en vriendelijkheid. Ze zijn altijd uit op onderzoek waarbij ze erg graag graven. Lemmingen staan bekend om hun trektochten zo ook de steppelemming. Door hun enorme voortplantingsdrift worden de kolonies overvol en trekken enorme aantallen uit de kolonie weg om zich elders te vestigen. Steppelemmingen zijn het hele jaar door actief en houden geen winterslaap. Wanneer er een dik pak sneeuw ligt graven ze onder de sneeuw hele gangen op zoek naar voedsel.

Terug naar boven

Steppelemmingen leven oorspronkelijk in grote kolonies in een onderaards tunnel-systeem dat heel omvangrijk kan zijn. In gevangenschap is het houden van verschillende generaties mogelijk, maar als de groep te groot wordt voor het verblijf zullen er gevechten om de territoria uitbreken. Lemmingen die alleen in een aquarium gehouden worden, zullen zich erg ongelukkig voelen. Deze dieren hebben altijd in ieder geval één soortgenoot nodig. Elkaar schoonpoetsen is een belangrijke vorm van sociaal gedrag bij deze dieren. Twee vrouwtjes gaan goed samen, twee mannetjes meestal ook. Het bij elkaar zetten van volwassen lemmingen kan nog wel eens problemen geven. Een indringer wordt in het territorium niet snel geaccepteerd; ze kunnen elkaar zelfs doodbijten.

Voor het bij elkaar zetten van dieren ga ik ervan uit dat er geen jongen geboren worden. Rekening houdend met de aard van steppelemmingen en het feit dat mannelijke lemmingen niet gecastreerd kunnen worden, zijn de volgende combinaties mogelijk:

• twee of meer vrouwtjes.
• twee of meer mannetjes.

Steppelemmingen hebben een enorme voortplantingssnelheid. Op een leeftijd van 28 tot 42 dagen zijn ze geslachtsrijp en de draagtijd is ongeveer 20 - 22 dagen.

Een vrouwtje kan dus ongeveer elke maand een nest jongen krijgen. Gemiddeld krijgt een vrouwtje 4 tot 12 jongen. De jongen worden kaal, doof en blind geboren (nestblijvers) en gedurende 18 tot 21 dagen door de moeder gezoogd. Alleen de vrouwtjes zorgen voor de jongen. Ze houden ze warm en ze houden de jongen in het nest bijeen. Na 11 tot 12 dagen gaan de ogen open en na drie weken kunnen de jongen weg bij de moeder. Vaak delen meerdere vrouwtjes hetzelfde nest en verzorgen ook elkaars jongen.

Terug naar boven

De steppelemming is moeilijk te houden. Meestal staat het verblijf 's winters te warm of ze krijgen verkeerd voer.

Verreweg het meest geschikte onderkomen voor twee steppelemmingen is een ruime aquariumbak van minimaal 80 x 40 cm. Een groepje lemmingen heeft meer ruimte nodig.

Op de bodem dient een dikke laag zand of turfmolm aanwezig te zijn om in te graven. Verder kan het verblijf ingericht worden met enkele stenen en flink wat hooi. Een deksel is niet nodig om de lemmingen binnen te houden, ze springen en klimmen slecht.

Plaats een steppelemmingenverblijf op een onverwarmde koele ruimte en niet in de volle zon. De temperatuur loopt in een aquarium snel hoog op. Steppelemmingen kunnen überhaupt niet tegen hoge temperaturen. Ze kunnen zelfs goed tegen vorst maar houden geen winterslaap. 's Zomers kan een ingevroren met water gevulde petfles in een handdoek gewikkeld worden en in het verblijf worden gelegd voor verkoeling.

De diertjes zijn overdag wakker en actief; ze hebben erg weinig last van ziekten en zijn rustig en opgewekt. Door zijn herkomst uit de steppen gaat een lemming zeer zuinig met zijn lichaamswater om. Er wordt weinig geürineerd en z'n uitwerpselen zijn droog. De kooi hoeft dus niet vaak schoongemaakt te worden. Wel moet elke dag even gekeken worden of er geen voedsel is begraven dat kan gaan schimmelen of rotten. Steppelemmingen zijn erg gedwee en handelbaar. Ze bijten of krabben niet, tenzij er erg ruw met de diertjes wordt omgegaan. Steekt men een hand in de kooi, dan zal de lemming daar nieuwsgierig opklimmen en de hand en arm aan een onderzoek onderwerpen.

Een steppelemming eet voornamelijk droog plantaardig voer (voornamelijk planten uit het geslacht Artemisia en allerlei mossen en korstmossen) en sporadisch wat insecten. In gevangenschap is chinchillavoer is een goede basis (géén hamstervoer!). Het basisvoer kan worden aangevuld met af en toe een meelworm of kleine beetjes bladgroente en veel hooi. Steppelemmingen hebben een zeer gespecialiseerd spijsverteringssysteem en hebben moeite met het verteren van suikers (glucose, fructose en lactose). Geef daarom nooit fruit of zetmeelrijke (dat zijn suikers) wortels of knollen (peen, biet en aardappel). Water wordt verstrekt in een plat schaaltje, lemmingen drinken zelden uit een waterflesje.

Was de handen goed na ieder contact met de steppelemming of zijn omgeving.

Terug naar boven