Zoeken

Gedrag
Artikelen in deze categorie
12-06-2008

Ratten en mensen lijken meer op elkaar in de manier waarop ze afwegingen maken dan lange tijd gedacht werd, ontdekten Israëlische wetenschappers.Vertel een kind dat het mag kiezen tussen een doos waar dertig knikkers in zitten en een doos waar veertig knikkers in zitten en het zal ongetwijfeld kiezen voor de laatste. Maar wat doet datzelfde kind als het moet kiezen tussen een doos met dertig knikkers en een doos waar meestal veertig knikkers in zitten, maar soms ook geen?

Sharoni Shafir van de 'Hebrew University' van Jeruzalem en zijn collega's deden onderzoek naar de manier waarop mensen dit soort afwegingen maken en publiceerden hun bevindingen in Nature. Het hangt af van hoe goed het kind in de verschillende situaties het aantal knikkers in kan schatten.

 

Uit eerder onderzoek wisten de Shafir en zijn collega's al dat als mensen vooraf verteld wordt dat ze moeten kiezen tussen een veilige optie (altijd drie euro) en een risicovolle (tachtig procent kans op vier euro), ze de neiging hebben om de veilige optie te kiezen als die met zekerheid een goede uitkomst geeft.

Bij dieren werkt het net zo. Ratten die moeten kiezen tussen een beetje water, of meestal iets meer water, maar soms ook niks, hebben neiging om te kiezen voor de veilige optie waarin ze altijd een beetje water krijgen.

Maar wat gebeurt er als proefpersonen, net als ratten, van tevoren niet verteld wordt hoe groot de kans op een bepaalde uitkomst is? Ze moeten er gedurende het experiment zelf achterkomen dat de ene keuze altijd leidt tot drie euro en de andere meestal tot vier, maar soms ook tot nul. In dat geval kiezen proefpersonen, anders dan de ratten, ineens voor de risicovollere optie waarbij ze meestal vier euro verdienen. Dat verbaasde de Israëlische onderzoekers en ze vroegen zich af of deze afwijkende uitkomsten veroorzaakt werden door de opzet van de experimenten.

 

De tests waarbij ratten moesten kiezen tussen twee opties werden gedaan met verschillende hoeveelheden water, terwijl bij de menselijke proefpersonen getallen werden gebruikt. Maar misschien is het voor een mens wel veel gemakkelijker om getallen van elkaar te onderscheiden, dan voor een rat om het verschil in hoeveelheden water in te schatten, dachten Shafir en zijn collega's. Ze besloten het experiment bij mensen te herhalen en daarbij de cijfers te vervangen door een wolk met dertig of veertig rode puntjes. Het verschil tussen de keuzemogelijkheden was nu lastiger te zien dan wanneer de proefpersonen moesten kiezen tussen twee geldbedragen. En inderdaad, in deze situatie kozen de proefpersonen ineens liever voor de veilige optie (altijd een wolk van dertig puntjes) dan voor de risicovolle (meestal een wolk met veertig puntjes). Mensen durven alleen te kiezen voor een uitkomst die in de meeste gevallen de beste uitkomst biedt, als het verschil duidelijk genoeg is. Als het verschil onduidelijk is, zoals in het geval van de stipjes, kiezen ze maar liever voor zekerheid. Voor een kind dat herhaaldelijk de keuze krijgt tussen twee dozen met knikkers betekent dat dat het alleen zal kiezen voor de doos waar waarschijnlijk veertig knikkers in zitten als die eerder ook duidelijk voller oogde dan de doos waar altijd dertig knikkers in zitten. De voorgehouden wortel moet dus wel groot genoeg lijken, anders kiest het net zo lief voor de bijna net zo volle doos, waarvan het zeker weet dat die altijd goed gevuld is.



Terug naar boven

23-05-2008
Honger van de bamboerat is onstilbaar

 

Dat kunnen de Birmezen er net bij hebben: hongersnood als gevolg van een rattenplaag.
De ‘bamboedood' begon in de oostelijke uithoek van India, rukt op in het zuidoosten van Bangladesh en heeft nu ook Birma bereikt. Artsen zonder Grenzen zet in Bangladesh een hulpoperatie in gang.
Boosdoener is de kleine bamboerat (Cannomys badius), een knaagdier in Zuidoost-Azië dat gewoonlijk 15 tot 25 cm lang wordt.
Een niet al te schadelijk beestje, dat echter buiten zinnen raakt zodra de lokale bamboesoort Melocanna baccifera gaat bloeien. Dat is niet vaak: eens in de bijna vijftig jaar. En het is weer zover. De bamboe in bloei produceert een vuistdikke vrucht, die veel proteïne bevat. De ratten zijn er dol op. Ze storten zich als bezetenen op de voedzame zaden. Gevolg is dat de beesten niet alleen veel groter worden dan normaal, maar ook veel hitsiger. Mogelijk bevatten de peulen een afrodisiacum.
De bamboeratten gaan zich in extreme mate voortplanten. Terwijl ze normaliter twee keer per jaar een nest maken, doen ze dat nu vele malen meer, vaak eens in de vier weken. Elk nest heeft minstens twaalf jongen. Hoe meer voedsel, hoe meer ratten.
Door het grote aanbod van voedsel explodeert de rattenpopulatie van het ene moment op het andere', zegt een woordvoerster van de Amerikaanse ambassade in de Bengalese hoofdstad Dhaka. De ambassade heeft vanwege de crisis een bamboe-expert en een rattenexpert laten overkomen. Een rol speelt ook dat de mannelijke ratten, die altijd een deel van hun kinderen opeten, daar nu met al dat voedsel geen behoefte aan hebben. De beschikbare hoeveelheid peulen is, hoewel de heuvels in het gebied vol staan met bloeiend bamboe, te klein voor de enorme aantallen hongerige ratten. Zodra het bamboe kaalgevreten is, storten zij zich op al het andere dat eetbaar is, dus de voedselgewassen van de lokale bevolking: rijst, aardappelen, bananen, oliezaden, gember, enzovoort. Sommige boeren die ‘s ochtends naar hun velden gingen, troffen daar opeens een in één nacht kaalgevreten vlakte aan. ‘We zijn ons dorp ontvlucht vanwege de rattenplaag', zei dorpsbewoner Sa-Aung Gya tegen de Bengalese krant Daily Star. ‘Ze hebben al onze gewassen opgegeten en nu hebben we voor de rest van het jaar niets meer te eten.'
Lokale verslaggevers hebben gezien dat mensen hun honger stilden met gebraden ratten. De meeste boeren in dit vooral door stammen bewoonde deel van Azië hebben maar één oogst per jaar. Doordat ook de gewaszaden worden opgegeten, zullen ze volgend jaar opnieuw geen oogst hebben. De voedselcrisis duurt daardoor veel langer dan de geboortegolf onder de ratten, die na drie tot vier maanden voorbij is. ‘Als ze na het bamboe ook al het andere hebben opgegeten, gaan ze dood', aldus de Amerikaanse experts. Niettemin kan de plaag volgens hen drie tot vier jaar duren. ‘Het is echt levensbedreigend', zegt de Nederlander Frido Herinckx, hoofd van Artsen zonder Grenzen (MSF) in Dhaka. ‘We hebben onderzoek gedaan onder kinderen in het meest afgelegen gebied, in het noordoosten van de Chittagong Hill Tracts. Bijna 80 procent van de huishoudens verkeert in ‘ernstige voedselonzekerheid', zoals wij dat noemen. Van de kinderen is 13 procent ondervoed, nog eens 30 procent loopt ernstig risico.' Volgens Herinckx liggen de cijfers voor de volwassenen zeker hoger. ‘De mensen in dit tribale gebied zullen altijd kinderen voorrang geven bij voedseltekorten.'
De rattenplaag begon vorig jaar in de Indiase deelstaat Mizoram. Ongeveer een miljoen mensen daar zijn getroffen. Vandaar trokken de ratten de Chittagong Hill Tracts in Bangladesh binnen. De opmars verloopt in zuidelijke richting. Inmiddels heeft plaag de Birmese provincie Chin State bereikt. Over de toestand daar is niet veel bekend. Waarschijnlijk hebben de bewoners weinig hulp te verwachten van de overheid, gezien de catastrofe elders in Birma. In India en Bangladesh zijn de autoriteiten overvallen door de omvang van de ramp. In het gebied deden altijd al verhalen de ronde over de mautam (‘bamboedood') die eens in de vijftig jaar zou toeslaan, maar die werden vaak niet helemaal serieus genomen en beschouwd als lokale folklore. Het verschijnsel is uniek in de wereld. De krant The New Nation sprak met een ooggetuige van de vorige rattenplaag, de 93-jarige koning van de Marma-stam, Raja Aung Shue Prue Chowdhury. In 1959 waren de ratten ‘zo groot als varkens', in zijn herinnering.


Terug naar boven